Per 1 december 2016 worden er bij een wolkenbasis van 1000 voet tot en met 2000 voet andere baancombinaties op Schiphol gebruikt om de veiligheid te blijven garanderen.
Het banenstelsel op Schiphol heeft banen die convergerend zijn. Als een vliegtuig tijdens de nadering voor deze banen een doorstart maakt kruist deze het vliegpad van een andere baan. Door eisen te stellen aan zicht en wolkenbasis kan de luchtverkeersleider dit goed zien vanuit de toren en tijdig ingrijpen om de veiligheid te garanderen. Dit noemen wij afhankelijk baangebruik. Met de grotere verkeersdrukte, de toegenomen klimprestaties van de vliegtuigen en het meer standaard afhandelen van het verkeer heeft LVNL geconcludeerd dat de norm voor de wolkenbasis van 1000 voet (ongeveer 330 meter) niet langer voldoende is. Om de veiligheid te blijven garanderen heeft Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) besloten om afhankelijke, convergerende baancombinaties alleen te gebruiken als de wolkenbasis hoger is dan 2000 voet (ongeveer 660 meter) hoogte. Dit geeft de verkeersleider meer tijd om een doorstart waar te nemen en waar nodig aanvullende instructies te geven. Door deze maatregel worden vaker onafhankelijke baancombinaties ingezet, zoals linparallelle banen bij starten. De weerslimieten voor parallel baangebruik veranderen niet.
Effect baangebruik
De veiligheidsmaatregel heeft effect op het baangebruik als een wolkenbasis van 1000 tot en met 2000 voet is. Naar verwachting [1] worden de Kaagbaan (06) en de Buitenveldertbaan (27) minder gebruikt om te landen en de Kaagbaan (24) minder om te starten. Op de Zwanenburgbaan (18C/36C), de Aalsmeerbaan (36R) en de Schiphol-Oostbaan (22) worden meer landingen verwacht en op de Aalsmeerbaan (18L) meer starts. Op het totale aantal landingen verschuift circa één procent en totale aantal starts circa twee procent.
[1] Gebaseerd op de gebruiksprognose 2017