Op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft de Commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) op 25 augustus een advies uitgebracht over de juistheid van de berekende geluidseffecten van nieuwe start- en landingsprocedures.
Dit advies is uitgebracht vooruitlopend op het advies dat door de Commissie voor de m.e.r. nog zal worden uitgebracht over het nieuwe normen- en handhavingsstelsel.
De Commissie voor de m.e.r. stelt in het thans uitgebrachte adviesrapport vast dat Schiphol op het punt van de startprocedure en de CDA’s de door het ministerie formeel vastgestelde rekenvoorschriften correct toepast. Ook stelt de Commissie vast dat de invoersets in die berekeningen overeenkomen met hoe er feitelijk gevlogen wordt.
Tegelijkertijd maakt de Commissie een kanttekening bij de rekenvoorschriften zelf. Zij wijst er op dat de Nederlandse rekenvoorschriften tot een hogere geluidswinst komen dan andere (internationaal) gehanteerde rekenmethoden voor wat betreft startprocedures. Voor landingsprocedures geldt het omgekeerde: de Nederlandse rekenvoorschriften leiden tot een beperkte onderschatting van de geluidswinst in vergelijking met internationaal gehanteerde rekenmethoden.
De Commissie adviseert om tot een actualisatie van de rekenmethoden te komen voordat een besluit genomen wordt over de verdeling van de geluidruimte voor groei van de luchthaven.
Klik hier voor het advies van de Commissie m.e.r.